“Tien procent blijft liegen”

Posted by on 26 okt, 2007

De Saudische overheid voert een grootschalig rehabilitatieprogramma in de gevangenissen om vermeende terroristen weer op het rechte pad te krijgen. Wekelijks worden succesvolle ‘bekeringen’ op de Saudische televisie uitgezonden. ‘Marteling wordt niet gebruikt als dwangmiddel, dat heeft een averechts effect.’
Wordt Vervolgd, oktober 2007

Riyad
– ‘In anderhalf jaar zijn er al zevenhonderd terroristen op het rechte pad geholpen’, verklaart Abdulrahman al-Hadlaq trots, terwijl hij zijn gutra (witte hoofdbedekking bijeengehouden door zwarte banden) schikt. Al-Hadlaq, gekleed in bijpassend wit gewaad, werkt als adviseur voor de assistent van de Saudische minister van Binnenlandse Zaken, Mohammed bin Nayef. Samen met psycholoog Turki al-Otayan vertelt hij over het rehabilitatieprogramma dat het ministerie heeft opgezet om terroristen in gevangenissen te ‘bekeren’.

Het gesprek vindt plaats in de Security Forces Officers Club in de hoofdstad Riyad. Ze willen alleen over mannelijke gevangenen praten. Vrouwen zijn een gevoelig onderwerp in de Saudische maatschappij die strikte scheiding hanteert tussen mannen en vrouwen in het openbare leven. Zo zal ook nooit worden toegegeven dat er vrouwen gevangen zitten.

TV-bekeringen
Iedere maandagavond worden de succesvolle bekeringen uitgezonden op de televisiekanalen Saudi Arabia Channel 1 en Al-Ikhbariya TV. Een voorbeeld hiervan is Abdullah Al-Muqrin, die in februari betrokken was bij het voorbereiden van een aanslag op olieraffinaderij Abqaiq, in de Oostelijke provincie. Half mei bekende hij op televisie dat de zelfmoordaanslag op bevel van Al Qaida-leider Osama Bin Laden zou worden uitgevoerd. Het had de verdachte zeven maanden gekost om van Bin Laden toestemming te krijgen de aanslag te plannen.

Het aanvankelijke idee was om ’s lands belangrijkste olie-exportterminal Ras Tanura en industriecomplex Jubail op te blazen. Dat zou de olieprijzen beïnvloeden en de Amerikaanse overheid stimuleren om de Saudische olievelden met hun soldaten te beschermen, waardoor de Amerikanen een makkelijk doelwit zouden vormen voor terreuraanslagen. ‘Ongeacht het verwachte hoge verlies aan mensenlevens of de economische schade’, aldus Al-Muqrin.

Veel lof
De aanslagen werden voorkomen, twee zelfmoordenaars kwamen om het leven. De overheid arresteerde 172 verdachten van zeven verschillende terreurcellen, onder hen ook de leider van Al Qaida in Saudi-Arabië. Het land oogstte daarmee internationaal veel lof, een welkome ontwikkeling sinds het land na de aanslagen van 11 september 2001 een internationale campagne begon om het eenzijdige ‘terreurimago’ op te poetsen.

Ook het rehabilitatieprogramma om terroristen op het rechte pad te krijgen moet hier een steentje aan bijdragen. Er zijn meer dan 150 islamitische geestelijken, geleerden, psychologen en psychiaters aan verbonden, die samenwerken met gevangenenbewaarders en officieren.

Comités
Al-Hadlaq: ‘Er zijn vier comités die om beurten aan het dossier van een gevangene werken. De religieuze geleerden en sjeiks van het sharia-comité praten met de gevangene over de motieven van de aanslag, de islamitische rechtvaardiging in de optie van de gevangene en de juiste interpretatie van de islam. Een psycholoog praat met de gevangene over de trauma’s uit de tijd dat de gevangene ‘jihadist’ was en over de periode van gevangenschap zelf.

Het sociale comité kijkt vooral naar de sociale leef- en familieomstandigheden van de gevangenen buiten de gevangenis. Het veiligheidscomité geeft het uiteindelijke fiat voor eventuele vrijlating en adviseert de gevangene hoe hij zich moet gedragen, wat hij wel en niet kan doen in het sociale leven en begeleidt hem bij het vinden van een baan.’

Overtuigen
Psycholoog Al-Otayan: ‘Face to face probeer ik met de sjeiks van het sharia-comité de gevangenen ervan te overtuigen dat hun ideeën niet-islamitisch zijn. Soms hebben we wel drie sessies van ieder twee uur nodig om ze over te halen dit in te zien. Daarnaast hebben we gezamenlijke trainingssessies van zes weken waarin de gevangenen les krijgen over thema’s als jihad, omgang met anderen en niet-moslims, liefde en haat. Tot slot doen de gevangenen een test zodat we kunnen zien of ze de principes goed begrijpen.’

Uit Saudisch onderzoek is gebleken dat de meeste terroristen twintigers met een afgeronde high school-studie zijn. 70 procent komt uit de middenklasse, slechts 3 procent uit de hogere klasse. Al-Hadlaq: ‘De middenklasse is altijd verantwoordelijk voor politieke en maatschappelijke veranderingen. We behandelen gevangenen die verantwoordelijk zijn voor internationale en binnenlandse aanslagen.’

Geen marteling
Volgens de adviseur van de minister van Binnenlandse Zaken wordt er bij de bekeringen geen marteling gebruikt. ‘We hebben onze lessen geleerd uit het verleden. In de jaren zestig, onder de Egyptische president Nasser, werden islamitische opposanten in de gevangenis gemarteld. Dat creëerde de voedingsbodem voor de takfiri-stroming.’ Deze groep moslims verklaart medemoslims en andersgelovigen tot ongelovigen, kafirs. Daardoor voelen ze zich gerechtigd de ongelovigen in de jihad te doden.

Verwachtingspatroon breken
Al-Hadlaq: ‘Bij de terroristentraining wordt hen ingeprent dat ze bij gevangenname gemarteld zullen worden door hun medemoslims, de ‘ongelovigen’. Door dat juist niet te doen, doorbreken we hun verwachtingspatroon en tonen we dat ze overeenkomstig de islam behandeld worden.’ Al-Otayan voegt toe: ‘Natuurlijk wordt de wet wel eens overtreden, maar er is geen systematische marteling. We willen niet nog meer takfiri’s.’ Volgens Al-Hadlaq leert de ervaring dat 80 procent van de gevangen terroristen zich bekeert.

Interpretatie
Als de gevangenen de test na hun training over de juiste interpretatie van de islam goed hebben doorstaan, wordt er gekeken naar de familieomstandigheden. Al-Hadlaq: ‘We kijken naar de sociaal-economische “noodzaak”.’ Al-Hadlaq doelt daarmee op factoren als hoe armlastig de familie is en of het ze bijvoorbeeld ontbreekt aan basismiddelen om te bestaan. Sommigen zijn in het terrorisme gerold omdat ze hun familie wilden helpen door geld te verdienen.

Familie bijelkaar
‘Boven alles willen we de familie bij elkaar houden’, stelt de hoge regeringsambtenaar. ‘Uiteindelijk geeft het veiligheidscomité de gevangenen adviezen als ze vrijkomen. Ze worden aan een baan of opleiding geholpen. We zorgen er soms voor dat families de financiële middelen krijgen om een beter leven te leiden, dat de jongeren een baan vinden, en soms helpen we ze zelfs aan een bruidsschat van ongeveer 10.000 euro zodat ze kunnen trouwen en een stabieler leven krijgen.’

Rechte pad
Het Britse dagblad The Daily Telegraph publiceerde in april een interview met een Saudiër, die het rechte pad had hervonden. De 33-jarige ‘terrorist’ Abu Suleiman (niet zijn echte naam) werd na een jarenlange ‘carrière’ als radicale moslim eind 2001 nabij de schuilplaats van Osama Bin Laden in het Afghaanse Tora Bora-gebergte door het Amerikaanse leger gearresteerd. Hij heeft vier jaar in Guantánamo vastgezeten om vervolgens in eigen land nog eens twaalf maanden te worden opgesloten.

In het speciale rehabilitatieprogramma voor terroristen voerde Abu Suleiman gesprekken met religieuze geleerden over de moslimdoctrine. Daarin leerde hij onder andere dat de Koran het doden van burgers verbiedt, ongeacht hun religie. Psychologen hielpen hem het trauma van de tijd dat hij jihadist was en zijn verblijf in het beruchte detentiecentrum te verwerken. Vorig jaar lieten de autoriteiten hem vrij en kreeg hij een baan als financieel analist in Riyad en een auto. In maart trouwde hij. Een vertegenwoordiger van de minister van Binnenlandse Zaken woonde de ceremonie bij.

Rehabilitatie of hersenspoeling?
Aan twee mensenrechtenorganisaties is gevraagd naar het rehabilitatieprogramma van de Saudische regering. ‘Het is bekend dat marteling plaatsvindt in Saudische detentiecentra. Het is goed dat de Saudiërs nu toegeven dat marteling niet productief is’, stelt Joe Stork, hoofd Midden-Oosten van Human Rights Watch.

Hij is gematigd positief over het rehabilitatieprogramma. ‘Het is voor de gevangenen verplicht aan het programma deel te nemen, maar ze krijgen er niet per definitie vrijlating voor in ruil. Het blijft een feit dat het daadwerkelijke probleem niet wordt aangepakt.’ Stork doelt hiermee op het antwoord op de vraag waaróm jongeren radicaliseren. Ook vindt hij dat de gevangenen die daadwerkelijk een aanslag hebben gepleegd waarbij doden zijn gevallen, gewoon als misdadigers vervolgd zouden moeten worden. ‘De “echte” misdadigers mag je niet over één kam scheren met de terroristen die geen bloed aan hun handen hebben.’

Brainwash-praktijken
Abdelrahman Al-Enad van de Saudische National Society for Human Rights plaatst zijn vraagtekens bij, zoals hij ze beschrijft, de ‘brainwash-praktijken’. ‘Ik denk niet dat de terroristen hun geest zo kunnen veranderen. We hebben met de eerste groep Saudische gevangenen gepraat die uit Guantánamo zijn vrijgelaten. Die zijn heel gevaarlijk. Die mensen worden naarmate ze langer vastzitten steeds radicaler en zouden niet vrijgelaten moeten worden.’