In het conflict in Noord-Mali staart de internationale gemeenschap zich blind op de problemen met de Toeareg, schrijven Baz Lecocq en Nicolien Zuijdgeest. Wie het conflict wil begrijpen, moet over de landsgrenzen heen kijken.
De Standaard, 26 januari 2013
Al honderden jaren doorkruisen handelskaravanen met zout, goud en slaven de Sahara vanuit de Sahel naar Noord-Afrika. Handelsfamilies hadden filialen in alle belangrijke steden langs de karavaanroutes, van Libië tot Nigeria. Zo ontstonden enorme netwerken die door familie- en stamverbanden en onderlinge huwelijken nauw verweven raakten.
Impulsen en inkomstenbronnen
Bedevaartkaravanen naar Mekka voorzagen de islam van nieuwe impulsen, zoals het wahabisme.
Anno 2013 zijn deze netwerken verbonden met wereldwijde Libanese handelshuizen, Golfstaten en belastingvrije zones. Ze hebben goede connecties met internationale smokkelnetwerken die handelen in verboden goederen als cocaïne, hasj, wapens en mensen. Die netwerken vormen een van de belangrijkste inkomstenbronnen van de bevolking in Sahel én Sahara.
Mobiliteit
De stammen vormen nog altijd het kloppende hart van het Saharaanse zakenleven, maar de relaties reiken wel verder dan voorheen. Door droogte en globalisering trokken werkzoekende Saharanen naar steden elders – auto’s en vrachtwagens vergrootten de mobiliteit.
Nieuwe dimensie
Toen ruwweg grenzen getrokken werden om de onafhankelijke staten in Afrika af te bakenen, wijzigden de bestaande structuren niet, maar kregen stammen een nieuwe dimensie. In Mali fungeerden ze als administratieve eenheden met gekozen vertegenwoordigers die formele taken uitvoerden. In Libië vormden ze de informele hoeksteen van Kadhafi’s politiek. Tijdens de revolutie groepeerden brigades zich dan ook in stamverband.
De structuren wijzigden dus niet, maar de landsgrenzen creëerden wel nieuwe politieke problemen: in de praktijk hebben veel Saharanen een dubbele nationaliteit omdat de grenzen de stamverbanden niet respecteren.
Toearegstrijd, deel IV
De organisatie van de islamitische strijders in Noord-Mali, die Frankrijk nu bevecht, weerspiegelt hoe stamcoalities zich over heel de Sahara verbreden. Daarnaast spelen lokale loyaliteiten en vijandigheden in Mali een rol. De Toeareg zijn daar een voorbeeld van. Sinds de jaren zestig vechten Malinese Toeareg voor autonomie of onafhankelijkheid. De huidige strijd is de vierde episode, en kreeg een impuls toen duizenden Toeareg die aan Kadhafi’s zijde hadden gevochten, terugkeerden met wapens en zo hun claims weer nieuw leven inbliezen door een eigen staat uit te roepen.
Verschillende agenda’s
Sinds het conflict in januari 2012 uitbrak, waren vier militante bewegingen actief: de Nationale Beweging voor de Bevrijding van de Azawad (MNLA), Ansar al-Din (intussen alweer gesplitst), de Beweging voor de Eenheid en Jihad in West-Afrika (Mujwa) en Al-Qaeda in de Islamitische Maghreb (Aqim). Deze bewegingen hebben allemaal verschillende agenda’s, uiteenlopende belangen en onderlinge vijandigheden. Die groeperingen veranderen ook constant, zowel qua organisatie als qua ‘personeel’. Alle groepen opereren dankzij hun tribale- en handelsnetwerken. Door die reikwijdte kunnen bewegingen succesvol rekruteren onder de lokale bevolking, die de salarissen die ze betalen goed kunnen gebruiken.
Grensoverschrijdend
De islamisten steunen elkaar ook grensoverschrijdend. Het voorbije jaar brachten Aqim-leden met hulp van hun Libische ‘collega’s’ wapens uit Kadhafi’s depots naar Noord-Mali. De website Nord-mali.com meldt dat driehonderd Tunesiërs meestrijden. Op internet roepen islamisten uit Oost-Libië op de strijd in Noord-Mali te steunen. Uit angst voor gijzelingen roepen Europese landen hun burgers op er te vertrekken.
Antiterreur en effectiviteit
In 2002 riepen de Amerikanen de Sahel en Sahara uit tot ‘Tweede Front tegen het Terrorisme’, en raakte Mali steeds meer in de Amerikaanse invloedsfeer. Het Trans Sahara Counter-terrorisme Partnership (TSCTP) moest gewelddadig extremisme in Noordwest-Afrika tegengaan. Frankrijk zal de trainingen van het Amerikaanse leger in de regio met lede ogen hebben aangezien.
Non-effectiviteit
Waarnemers trekken de effectiviteit van het antiterreurprogramma in twijfel. Het Mujwa en Aqim staan op de internationale lijst van terroristische organisaties. Toch kon het TSCTP de destabiliserende actoren in de Sahara niet aan banden te leggen, noch de staatsgreep in Mali voorkomen. De luider wordende roep in de Amerikaanse politiek om het Saharabeleid opnieuw te evalueren moet de Europese Unie ook op zijn minst tot nadenken aanzetten voordat de Franse militaire inval vervolg krijgt.
Franse invloed
En wat is precies de rol van Frankrijk? Malinezen geloven dat voormalig president Nikolas Sarkozy het MNLA financierde als tegenwicht voor Aqim. Waar of niet, feit is dat met de verkiezing van François Hollande de politiek is omgeslagen. Daarnaast rijst de vraag wat het Franse leger kan uitrichten. Tegen de tijd dat de Fransen oprukken, hebben de strijders zich al lang en breed gehergroepeerd, als de strijders zich niet al hebben teruggetrokken in Libië.
Internationale inmenging
Zorgwekkend is dat de internationale gemeenschap er zich niet bewust van lijkt te zijn dat in Mali moet worden getracht een stabiele, democratische regering op te bouwen. Sinds de staatsgreep van maart vorig jaar zijn de Malinese politiek en het overheidsapparaat stuurloos, en bestaat het leger feitelijk niet meer. Als de spill-over in Noord-Mali niet onder controle geraakt, is de enige kans van slagen om onderhandelingen met Ansar al-Din te openen, en daarbij ook alle relevante groeperingen van seculiere Toeareg tot civil society uit noord en zuid te betrekken om de tegenstellingen in te perken.
Saharabrede operatie
Als de internationale gemeenschap het militaire ingrijpen voortzet, moet het zich voorbereiden op een Saharabrede operatie met uiterst beweeglijke eenheden waarbij er nauwelijks mogelijkheid is om economische belangen zoals olie- en gasinstallaties te beschermen. Frankrijk vecht in de Sahara niet tegen Noord-Malinezen, maar tegen Saharanen, en mengt zich zo in alle Saharaanse conflicten. Deze strijd kan alleen gewonnen worden als de gehele Sahara met al zijn conflicten in beschouwing wordt genomen.
Inclusief beleid
De huidige ontwikkelingen in Mali tonen hoe dringend het is voor Noord-Afrikaanse regeringen om een inclusief sociaaleconomisch en politiek beleid met langetermijnvisie te ontwikkelen. De internationale gemeenschap moet dan weer de diplomatieke onderhandelingen over ‘losse eindjes’ opengooien die regionale stabiliteit in de weg staan.
Tegenwicht
Dat varieert van een referendum over de door Marokko bezette Westelijke Sahara, tot ontwapening van salafistische milities, een politiek inclusief beleid ontwikkelen (zoals integratie van Toeareg zonder identiteit in hun woongebieden) en alternatieve inkomstenbronnen ontwikkelen als tegenwicht voor de georganiseerde misdaad. Ten slotte moeten de winsten uit natuurlijke rijkdommen eindelijk de Saharabewoners ten goede komen.